Provincie West-Vlaanderen verleent milieuvergunning onder voorwaarden aan Elia voor 3 hoogspanningsstations

28/05/2014
In haar zitting van dinsdag 27 mei heeft de deputatie van de Provincie West-Vlaanderen een milieuvergunning onder voorwaarden aan Elia, de beheerder van het Belgische transmissienet voor elektriciteit, verleend.
 
De aanvraag betreft het voorzien van drie hoogspanningsstations op West-Vlaams grondgebied, in Vivenkapelle-Damme, Lissewege-Brugge en Zeebrugge-Brugge.
 
Dit zijn klasse 1-inrichtingen waarvoor de deputatie de bevoegde overheid is voor het verlenen van milieuvergunningen. De deputatie is dus niet bevoegd voor het aspect van de hoogspanningsleidingen zelf en doet dus ook geen uitspraken over de keuze voor boven- of ondergrondse leidingen. De stedenbouwkundige aanvraag voor de stations werd ingediend bij de Vlaamse overheid.
 
In juli 2012 keurde de Vlaamse Regering het Gewestelijk Ruimtelijk Uitvoeringsplan (RUP) ‘Optimalisatie hoogspanningsnetwerk in Vlaanderen’ goed. Op basis van dit RUP wil Elia nu het Stevin-project (hoogspanningsleiding Zomergem-Zeebrugge) realiseren.
 
Het Stevin-project
Het Stevin-station is het grootste hoogspanningsstation. Dit station dient om de energie van de windmolens op zee en de windmolens in de Zeebrugse havens te distribueren. Verder zal ook de eventuele levering van elektriciteit via een kabel uit het Verenigd Koninkrijk kunnen gebeuren evenals ook de bevoorrading van de haven van Zeebrugge.
 
De bekendmaking van deze plannen lokte, naar aanleiding van onder meer het voorafgaand RUP, vragen van de omgeving uit.
 
Milieuvergunning door deputatie onder voorwaarden
Zowel uit het milieueffectenrapport (MER-rapport), uit de aanvraag, als uit diverse adviezen bleek dat de stations beantwoorden aan de nog steeds geldend stedenbouwkundige voorschriften, dat ze voldoende kunnen gebufferd worden in de omgeving en dat ze niet zullen zorgen voor hinder en risico’s voor de buurt. Zo heeft Elia voor het hoogspanningsstation Stevin in Zeebrugge een zo goed mogelijke architecturale visie voor het gebouw laten uitwerken, waarbij een balans gezocht werd tussen de architecturale waarden van het gebouw en de landschappelijke eigenschappen van de omgeving.
 
De deputatie liet bovendien nog een extra onderzoek naar de verschillende aspecten van hinder uitvoeren. Vervolgens voorzag de deputatie in de verleende milieuvergunning ook de nodige voorwaarden om de impact van de inrichting op de omgeving nauwgezet op te volgen. Zo werden onder andere geluidscontrolemetingen voorzien.