West-Vlaanderen opent praktijkcentrum aquacultuur - Beitem

05/12/2011
Vrijdag werd het officiële startschot gegeven van het nieuw Praktijkcentrum voor Aquacultuur op de campus van Inagro in het West-Vlaamse Beitem. Met een totale oppervlakte van 600m² en met 200m³ water verdeeld over acht kweeksystemen, is dit aquacultuurcentrum meteen het grootste in België. “Ons doel is tweeledig: onderzoek uitvoeren en potentiële investeerders informeren en begeleiden”, klonk het.
 
“De aquacultuur in Vlaanderen staat immers nog in haar kinderschoenen”, legt afgevaardigd bestuurder van Inagro André Calus uit. “Er zijn vandaag nog een aantal obstakels die het succes van de sector in de weg staan. Zo ondervinden investeerders problemen met bouw- en uitbreidingsvergunningen, want waar horen zij thuis: in agrarisch gebied of in industriegebied? Een ander probleem is het grootschalig gebruik van water, een schaars goed. Hoe kan het gerecycleerd worden? En dan is er nog het belangrijkste probleem: het gebrek aan kennis over en in de sector. Deze kennis willen wij uitbreiden én verspreiden, door onderzoek uit te voeren en potentiële investeerders te begeleiden, te informeren en in contact te brengen met het internationale kennisnetwerk.”
 
“Dit moet een open kenniscentrum worden”, verklaart gedeputeerde Bart Nayaert. De overheid heeft daarin volgens hem een grote rol te spelen. “Zij moet de sector klaarstomen, door een aantal van de huidige obstakels weg te werken en initiatieven zoals deze te ondersteunen. De bouw van dit praktijkcentrum was een grote investering, maar ook een belangrijke. De markt heeft immers behoefte aan duurzame producten uit aquacultuur.”
 
Dit laatste wordt bevestigd door dr. Nancy Nevejans van de UGent. “Er zijn voldoende opportuniteiten voor aquacultuur in Vlaanderen, maar deze situeren zich vooral in nichemarkten en in samenwerking met andere sectoren. Onderzoek uit Nederland leert ons dat integratie in bulkmarkten onverstandig is. Daar worden producenten immers geconfronteerd met de zware concurrentie van goedkopere importvis. Dit moet vermeden worden. Daarenboven zijn er kansen in samenwerkingsverbanden met sectoren zoals tuinbouw, met hun systemen van warmtekrachtkoppeling. Dergelijke synergiemogelijkheden moeten geïdentificeerd en onderzocht worden.”
 
Wat het Nederlandse onderzoek volgens Nevejans nog aantoont, is dat het imago van verse vis nog steeds onterecht beter is dan dat van kweekvis. “We hopen dat het praktijkcentrum dit probleem zal verhelpen, door de aanvaarding van aquacultuur bij de consument te verhogen.” Ten slotte blijkt nog dat een gebrek aan langetermijnvisie in het beleid het succes van aquacultuur kan belemmeren. “Daarom heeft België nood aan een nationale strategie, met een langetermijnvisie én een concreet actieplan, gedragen door alle stakeholders.”
 
De bouw en inrichting van het praktijkcentrum werd mogelijk gemaakt dankzij de steun van de provincie West-Vlaanderen, de Vlaamse overheid en Europa. Momenteel zwemmen in het centrum 5.000 snoekbaarzen, verspreid over de diverse onderzoekseenheden. Gedeputeerde Bart Nayaert kreeg als eerste de kans om een Inagro-snoekbaars te fileren.
 
 
 
Vilt, 5 december 2011